Inwoners van Groothertogdom Luxemburg kunnen nu ook bij Antigifcentrum terecht

Alle inwoners van het Groothertogdom Luxemburg kunnen vanaf vandaag bij het Belgische Antigifcentrum terecht met dringende vragen over schadelijke producten waarmee zij of hun familie in aanraking zijn gekomen. In aanwezigheid van de Belgische en Luxemburgse ministers van Volksgezondheid, Maggie De Block en Lydia Mutsch, is daarover vandaag 2 juni 2015 een conventie ondertekend.

Maggie De Block: “Internationale samenwerking is één van de beste manieren om onze patiënten nog meer kwaliteit en snelle hulp te garanderen. Ons Antigifcentrum is een zeer belangrijke eerstelijnsdienst als je bedenkt dat 46% van de slachtoffers waarvoor mensen bellen, kinderen zijn. Ik ben dan ook zeer tevreden dat wij deze dienst zullen delen met de Luxemburgse bevolking.”

In 2014 telefoneerden 54.207 mensen naar het Belgische Antigifcentrum. Naar schatting zullen er in de toekomst jaarlijks zo’n 2.500 Luxemburgers een beroep op doen.

De Europese richtlijn EU 1272/2008 (artikel 45) of de verordening over “Classification, Labelling and Packaging of Dangerous Products” verplicht elke Europese lidstaat een dienst aan te duiden die verantwoordelijk is voor het ontvangen van specifieke informatie in verband met de gezondheid, met het oog op respons in noodgevallen. Het gaat meer bepaald over de chemische samenstelling van mengsels die in de handel worden gebracht en wegens hun gevolgen voor de gezondheid of hun fysische effecten als gevaarlijk worden beschouwd.

De telefonische oproepen van de Luxemburgse artsen, zo'n 140 per jaar, werden wel al door het Belgische centrum behandeld. Om te kunnen voldoen aan de EU-richtlijn heeft het Groothertogdom, dat zelf niet over een antigifcentrum beschikt, aan België gevraagd of de samenwerking kon worden uitgebreid naar het grote publiek toe. Het resultaat is een conventie die start in 2015 en vijf jaar geldig is. Daarna worden de afspraken geëvalueerd en eventueel hernieuwd.

Het Groothertogdom betaalt België 198.000 euro voor deze eerstelijnssteun.

Minister De Block: "Het belangrijkste blijft dat de mensen beter geholpen worden maar we moeten onze gezondheidszorg ook praktisch en doeltreffend aanpakken. En samenwerking tussen twee landen kan ook kostenbesparend zijn voor de patiënten en voor de overheid.

                                                                                                                                                                                           

Het Belgische Antigifcentrum zal de Luxemburgse inwoners en zorgverstrekkers volgende diensten aanbieden:

  • Behandeling van de telefonische oproepen over vergiftigingen die komen van de medische professionelen en/of het publiek van het Groothertogdom Luxemburg.
  • Het bijhouden van de gegevens omtrent geneesmiddelen, gevaarlijke mengsels, phytofarmaceutische producten en biociden die voorkomen op de markt van het Groothertogdom Luxemburg. De Luxemburgse ministeries van Volksgezondheid en Leefmilieu zullen deze informatie aan het Belgische centrum bezorgen. 
  • Het Belgisch Antigifcentrum wordt aangeduid als orgaan dat verantwoordelijk is voor het ontvangen van de informatie volgens artikel 45 van het Europees reglement EU 1272/2008.

Het Belgische Antigifcentrum zal ook een lijst bijhouden van welke antidota of tegengiffen in welke Luxemburgse ziekenhuizen beschikbaar zijn.