Antigifcentrum

Oeganda wil een Antigifcentrum oprichten, naar het model van het Belgische Antigifcentrum. Om de werking van ons centrum te leren kennen, heeft een delegatie uit Oeganda ons centrum bezocht. Het waren dr. Kateu Kuchana Kepher, als directeur van het labo van het Oegandese ministerie van Binnenlandse Zaken, en Oegandees ambassadrice Mirjam Blaak, die het Antigifcentrum bezochten. Ze werden geïnformeerd door directeur-generaal Martine Mostin en apotheker Herlinde Smet.

“Oeganda is geëvolueerd tot een stabiel land”, zegt Mirjam Blaak. “Dus kan werk gemaakt worden van een degelijke gezondheidszorg. En daar hoort ook een Antigifcentrum bij. Gelet op jullie ervaringen, komen we hier ons licht opsteken.”

Dr. Kepher wijst er op dat zijn land over nogal wat problemen op het vlak van toxische producten beschikt. Zo zijn chemische producten, onder andere zuren en basen, vrij verkrijgbaar en worden ze veelal misbruikt. Ook worden veel pesticiden gebruikt.

Herlinde Smet heeft de Oegandese delegatie uitgelegd hoe er in het Antigifcentrum wordt gewerkt. Daarbij is het cruciaal te beschikken over een uitgebreide databank. Zo beschikt het Belgisch Antigifcentrum over gedetailleerde gegevens van 300.000 producten. We hebben het dan niet alleen over huishoudproducten, maar ook over geneesmiddelen enz.

“Het wordt een grote uitdaging om een Antigifcentrum uit de grond te stampen. Maar vanuit het oogpunt van preventie, moeten we het doen”, aldus dr. Kepher.