Het Antigifcentrum heeft met Ann Van den Broeck een nieuwe directeur. Hiermee wordt een intermezzo afgesloten, waarbij een crisismanagement de dienst uitmaakte. Bio-ingenieur Ann Van den Broeck kan terugvallen op haar ervaring op leidinggevende en strategische posities in de farmaceutische industrie en de gezondheidszorg.
Met Ann Van den Broeck maakt het Antigifcentrum een nieuwe start. “Ik kijk ernaar uit om samen met het getalenteerde team de enorme rijkdom aan kennis en expertise van het Antigifcentrum verder uit te bouwen en ons samen in te zetten ten dienste van onze maatschappij”, onderstreept de nieuwe directeur.
De voorbije zestig jaar heeft het Antigifcentrum een indrukwekkende impact gehad op de samenleving via zijn telefonisch advies en informatieverstrekking rond vergiftigingen. “Deze maatschappelijke rol van het Antigifcentrum – als referentiecentrum op vlak van toxicologie - wordt in het veranderende zorglandschap belangrijker dan ooit”, weet de nieuwe directeur. “Om hoogkwalitatieve gezondheidszorg ook in de toekomst te kunnen garanderen, moet de focus verlegd worden van genezen naar voorkomen. Net op vlak van preventie en educatie heeft het Antigifcentrum een belangrijke toegevoegde waarde. Preventie is al één van de pijlers en met nieuwe technologieën en gerichte inzet van communicatie kan dit nog verder versterkt worden.”
Om dit te realiseren benadrukt Ann Van den Broeck het belang van samenwerking tussen het Antigifcentrum met de verschillende zorgactoren, overheidsinstanties en alle andere belanghebbenden binnen België en het Groothertogdom Luxemburg, in combinatie met zeer waardevolle synergiën op internationaal en vooral Europees vlak. “Hoe dichter het Antigifcentrum aansluit bij al zijn stakeholders in het zorglandschap, hoe groter de impact die we kunnen hebben. Het telefonisch advies – 24/7 en goed voor meer dan 65.000 oproepen per jaar - en de informatieverstrekking bij vergiftiging blijven vanzelfsprekend een belangrijke opdracht, naast taken als het wetenschappelijk werk, toxicovigilantie en de coördinatie van antidota.”
“Het is met veel trots en enthousiasme dat ik het Antigifcentrum kom ondersteunen en begeleiden bij het bereiken van zijn doelstellingen”, besluit de directeur.