Het gebruik van alfa-chloralose in ratten- en muizenvergif neemt toe.

Hoewel veel ratten- en muizenvergiffen anticoagulantia bevatten, is er een stijgende trend naar het gebruik van alfa-chloralose in deze middelen. Alfa-chloralose werkt in op het centraal zenuwstelsel. De symptomen verschijnen snel na inname. In tegenstelling tot de anticoagulantia bestaat er geen specifiek antidota voor deze intoxicatie.  Jaarlijks ontvangt het Antigifcentrum ongeveer 750 oproepen voor blootstellingen aan muizen- of rattenvergif. Het overgrote deel van deze oproepen is voor dieren (70%). Het restant zijn de intoxicaties bij mensen, waarbij volwassenen en kinderen evenwichtig vertegenwoordigd zijn. Bij kinderen gaat het voornamelijk over inname van beperkte hoeveelheden. Bij volwassenen gaat het in 20% van de gevallen om een zelfmoordpoging. Bij deze oproepen over ratten-en muizenvergif blijkt het actief bestanddeel in 10% van de gevallen alfa-chloralose te zijn en in 65% anticoagulantia. Bij ongeveer 25% van de oproepen blijft het actief bestanddeel onbekend.

Meer weten: