Gevarenklassen en categorieën

Gevaarlijke stoffen of mengsels van gevaarlijke stoffen moeten volgens de CLP voorschriften ingedeeld worden in één of meerdere categorieën.

Het CLP reglement definieert 28 gevarenklassen. 27 hiervan werden gedefinieerd door het GHS. Eén gevarenklasse werd bijgevoegd door de Europese Unie, namelijk “gevaarlijk voor de ozonlaag”. De 28 gevarenklassen worden onderverdeeld in drie soorten gevarenklassen: 16 fysische gevaren, 10 gevaren voor de gezondheid en 2 gevaren voor het milieu.

Een gevarenklasse kan onderverdeeld worden in gevarencategorieën. Deze indeling bepaalt dan het etiket: welk pictogram, signaalwoord, bijhorende gevarenaanduidingen (H-zinnen) en voorzorgsmaatregelen (P-zinnen) moeten toegevoegd worden. De H- en P-zinnen vervangen de vroegere R- en S-zinnen.

De gevarenklassen zijn als volgt:

1. Fysische gevaren: 

Ontplofbare stoffen
Ontvlambare gassen
Ontvlambare aerosolen
Oxiderende gassen
Gassen onder druk
Ontvlambare vloeistoffen
Ontvlambare vaste stoffen
Zelfontledende stoffen en mengsels
Pyrofore vloeistoffen
Pyrofore vaste stoffen
Voor zelfverhitting vatbare stoffen en mengsels
Stoffen en mengsels die in contact met water ontvlambare gassen ontwikkelen
Oxiderende vloeistoffen
Oxiderende vaste stoffen
Organische peroxiden
Bijtend voor metalen

2. Gevaren voor de gezondheid:

Acute toxiciteit
Huidcorrosie en huidirritatie
Ernstig oogletsel/oogirritatie
Sensibilisatie van de luchtwegen of van de huid
Mutageniciteit in de geslachtscellen
Kankerverwekkend
Voortplantingstoxiciteit
Specifieke doelorgaantoxiciteit bij eenmalige blootstelling
Specifieke doelorgaantoxiciteit bij herhaalde blootstelling
Aspiratiegevaar

3. Gevaren voor het milieu

Gevaar voor het aquatisch milieu 
Gevaar voor de ozonlaag