Hoestsiroop

Hoeststillende geneesmiddelen zijn niet aangewezen bij kinderen jonger dan zes jaar, wegens gebrek aan bewijs van hun doeltreffendheid. In sommige gevallen doen ze meer kwaad dan goed; namelijk het verhinderen van ophoesten van secreties die ziekten veroorzaken. Bovendien kan hoeststillende medicatie gevaarlijke bijwerkingen hebben bij baby’s en jonge kinderen.

Daarom heeft het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG) in 2013 de risico-batenverhouding van geneesmiddelen tegen hoest en verkoudheid herzien. Deze evaluatie heeft geleid tot het tegenaanwijzen van geneesmiddelen op basis van onder andere codeïne, folcodine, dextromethorfan, pentoxyverine bij kinderen jonger dan zes jaar. Deze aanbevelingen kan men terugvinden op de bijsluiter.
 
Codeïne

Hoestwerende middelen op basis van codeïne zijn enkel nog te verkrijgen op voorschrift. Een te hoge dosis codeïne kan aanleiding geven tot ademhalingsdepressie. Een kleine soeplepel van een siroop die 30 mg/5 ml codeinefosfaat bevat is een toxische dosis voor een tweejarig kind dat 12 kg weegt. 

Dextromethorfan

Bij overdosering met dextrometorfan kunnen duizeligheid, gastrointestinale last en verwardheid optreden.

Terpeenderivaten

Suppo’s tegen hoest die terpeenderivaten bevatten, zoals kamfer en eucalyptol zijn absoluut niet aangewezen bij kinderen jonger dan 30 maanden en bij kinderen met een voorgeschiedenis van epilepsie of koortsstuipen.
Dit omwille van een mogelijk risico van neurologische stoornissen, vooral convulsies.