Vergiftiging van dieren

 
 
(Disclaimer) Het Antigifcentrum verleent voorrang aan de dringende oproepen die mensen aanbelangen. Voor vragen met betrekking tot dieren wordt het Antigifcentrum niet gefinancierd. Er is heel wat informatie over de vergiftiging van dieren beschikbaar op deze website. Heb je het antwoord hier niet gevonden, dan kan je ons steeds bellen op 070 245 245. Onze medewerkers trachten je dan zo snel als mogelijk te helpen op basis van de beschikbare kennis, wetenschappelijke informatie en de door jou verstrekte gegevens. Het Antigifcentrum en zijn medewerkers, kunnen op geen enkele wijze aansprakelijk worden gesteld voor eventuele negatieve gevolgen die voortvloeien uit het verstrekte advies. Als eigenaar van het dier blijf je verantwoordelijk en enkel je dierenarts is bevoegd om het gegeven advies te bevestigen.
 
 
 
 

Symptomen

Dieren kunnen niet praten en dus ook niet zeggen dat ze pijn hebben, laat staan dat ze blootgesteld zijn aan een giftig product. Vaak voorkomende symptomen van vergiftiging bij dieren zijn:

  • Maagdarmklachten: misselijkheid, braken, diarree, buikpijn.
  • Braken, speekselen, hoesten, benauwdheid.
  • Neurologische verschijnselen: sloomheid, evenwichtsverlies, opwinding, spiertrillingen, spierkrampen.
  • Bloedingen: bvb. na het innemen van rattenvergif.
 
 
 
 

Behandeling

Bij vermoeden van een vergiftiging bel je dierenarts of het Antigifcentrum

Als je een vermoeden van vergiftiging bij je dier hebt, bel dan je dierenarts. Die kan je zeggen welke eerste zorgen je indien nodig moet toebrengen.

Het is van groot belang dat je niet zelf gaat proberen iets aan het probleem te verhelpen. Het laten overgeven van het dier of het geven van melk bijvoorbeeld kan in bepaalde gevallen helemaal verkeerd uitpakken. Als je dier is blootgesteld aan een product in de ogen of op de huid kan het geen kwaad te spoelen met lauw water.

 

Maar overleg dus steeds eerst met een dierenarts over wat er moet gebeuren.

 
 
 
 

Risico

Katten zijn kieskeuriger

Huisdieren zijn spijtig genoeg niet gevrijwaard van vergiftiging. Vooral honden zijn vaak slachtoffer van hun gulzigheid. Ze maken geen onderscheid tussen schadelijk of onschadelijk voedsel. Het ontbreekt hen ook aan enkele enzymes om bepaalde genees- en voedingsmiddelen voor mensen onschadelijk te maken. 

Honden schrokken van alles naar binnen, ook slakkenkorrels, rattenvergif of meststof. Katten daarentegen zijn kieskeuriger. Bij hen zijn vergiftigingen eerder te wijten aan verkeerd gebruik van geneesmiddelen of antiparasitaire middelen.