Over het Antigifcentrum
Het Antigifcentrum is een koninklijke stichting van openbaar nut, gesubsidieerd door de FOD Volksgezondheid in het kader van de dringende medische hulpverlening. Met meer dan 60.000 oproepen per jaar is het Antigifcentrum nodig en nuttig. Sinds de oprichting in 1963 is het Centrum dag en nacht beschikbaar met deskundig telefonisch advies. De kernopdrachten van het Antigifcentrum zijn: telefonisch informatie verstrekken bij acute vergiftigingen, beheer van wetenschappelijke documentatie, beschikbaar stellen van antidota en toxicovigilantie. Het beheer en de verwerking van persoonsgegevens door het Antigifcentrum gebeurt conform de GDPR-wetgeving (General Data Protection Regulation). Meer hierover via deze link.
Nieuws
Nationale Loterij en Antigifcentrum ondertekenen partnerschapsprotocol
Het Antigifcentrum en de Nationale Loterij hebben een partnerschapsprotocol ondertekend. Het doel van het protocol is de samenwerking tussen beide organisaties te versterken en te bestendigen. Zo zal de Nationale Loterij als partner worden vermeld op meerdere communicatiedragers van het Antigifcentrum, zoals de website, drukwerk en nieuwsbrieven. Ann Van den Broeck, directeur van het Antigifcentrum, dankt de Nationale Loterij voor de aangename samenwerking en haar belangrijke bijdrage aan de continuïteit van de werking van het Antigifcentrum. Jannie Haek, gedelegeerd bestuurder van de Nationale Loterij, onderstreept dat deze bijdrage mogelijk is dankzij de spelers van de Nationale Loterij.
Het is de minister van Volksgezondheid die het bedrag van de subsidie bepaalt die door de Nationale Loterij wordt uitbetaald. Dit in het kader van de dringende medische hulp die het Antigifcentrum biedt. Een verhoging van de toelagen voor het Antigifcentrum werd voorgesteld door de minister bevoegd voor de Nationale Loterij en goedgekeurd in de ministerraad.
Dr. Kurt Anseeuw vervoegt bestuursorgaan Antigifcentrum
Dr. Kurt Anseeuw is toegetreden tot het bestuursorgaan van het Antigifcentrum. Dr. Anseeuw is diensthoofd van de spoedafdeling van het Antwerpse ZNA, dat sinds kort deel uitmaakt van het ZAS (Ziekenhuis aan de Stroom). Zijn specialisaties zijn klinische toxicologie en rampenmanagement. Dr. Anseeuw maakt ook deel uit van het bestuur (“board”) van The European Association of Poison Centres and Clinical Toxicologists (EAPCCT). Zijn toxicologische expertise betekent een aanzienlijke meerwaarde voor het Antigifcentrum.
Missie en visie
Onze missie
“Vanuit onze unieke kennis, expertise, ervaring én aanpak wensen we het AGC (verder) te ontwikkelen en uit te bouwen als referentiecentrum toxicologie dat ten dienste staat van alle inwoners en professionals van BE-GHL.”
Onze visie
“We gaan voor een BE-GHL zonder intoxicatie-gerelateerde gezondheidsschade en overlijdens.”
Wat doen we?
Wat zijn de kernopdrachten van het Antigifcentrum?
Telefonische informatie bij acute vergiftigingen
De belangrijkste activiteit van het Antigifcentrum is het 24 uur per dag, 7 dagen per week, verstrekken van toxicologische informatie en advies aan het publiek, artsen en andere hulpverleners in België. Een ploeg van artsen en apothekers beantwoorden de oproepen. Er wordt snel en adequaat informatie verstrekt over zowel de mogelijke ernst van de vergiftiging en de te verwachten symptomen, als over de relevante diagnostiek en mogelijke therapie.
De betrokken toxische stoffen variëren van geneesmiddelen en drugs tot huishoudproducten, chemische industrieproducten, planten en dieren, cosmetica en voeding. De permanentie is zowel bereikbaar voor het publiek als voor professionelen en dit op het gratis nummer 070 245 245 (8002-5500 vanuit Groothertogdom Luxemburg).
Antidota
Het Antigifcentrum levert eveneens antidota uit aan Belgische ziekenhuizen. Antidota zijn zelden nodig om een vergiftiging te behandelen, maar als ze nodig zijn, zijn deze vrijwel steeds levensnoodzakelijk. De beschikbaarheid van deze antidota verzekeren, is dan ook een belangrijke kerntaak van het Antigifcentrum, even belangrijk als het geven van advies omtrent vergiftigingen. Het Antigifcentrum heeft steeds 24/7 een noodvoorraad ter beschikking. Om snelle uitlevering mogelijk te maken, is er steeds een arts of apotheker aanwezig in het Antigifcentrum zelf.
Beheer wetenschappelijke kennis, adviesverlening bij beleid en databank met productsamenstellingen
Bij een oproep aan het Centrum wordt het product dat betrokken is bij een intoxicatie meestal onder haar commerciële naam omschreven. De eerste opdracht is het opzoeken van de samenstelling van het product. Het Antigifcentrum beschikt hiervoor over een omvangrijke kennisdatabank van producten en samenstellingen die constant up-to-date wordt gehouden. De industrie is verplicht om aan het Antigifcentrum samenstellingen van gevaarlijke producten, pesticiden en biociden door te geven. Tevens wordt een databank met wetenschappelijke informatie en literatuur up-to-date gehouden.
Toxicovigilantie
Het Antigifcentrum heeft een belangrijke waak- en signaalfunctie. Dankzij het grote aantal oproepen per jaar, zowel van het publiek als van professionelen, kan het Antigifcentrum trends signaleren in de aard en frequentie van bepaalde (acute) vergiftigen.
Meer weten?
Meer informatie is te vinden in de jaarverslagen die beschikbaar zijn via deze link.
Een korte geschiedenis
Wanneer dr. Monique Govaerts in 1959 terugkeert uit de Verenigde Staten heeft ze een idee. Tijdens haar studies daar is ze geïnspireerd geraakt door de antigifcentra in Boston, New York en Los Angeles. In 1963 is het zover, ze richt het eerste Belgische Antigifcentrum op. Het Centrum ontstaat uit een privé-initiatief en moet starten zonder staatstoelagen, maar verschillende instanties als het Rode Kruis en het NWK (Nationaal Werk voor Kinderwelzijn), bedrijven en personen uit de wetenschappelijke wereld steunen het initiatief. Een kleine ploeg van jonge geneesheren en even later ook een apotheker spannen zich in om oproepen te beantwoorden en tegelijk een toxicologisch bestand aan te leggen. Op 25 februari 1964 krijgt het Antigifcentrum zijn eerste oproep. Al snel wordt het Centrum 24/24 telefonisch beschikbaar.
Lang voordat zij door de wetgeving verplicht werden, sluit dokter Govaerts een akkoord met de Federatie der Chemische Nijverheid van België om hun formules aan het Centrum toe te vertrouwen zodat in geval van intoxicatie kan ingegrepen worden.
Vier jaar na de oprichting wordt het Centrum een Instelling van Openbaar Nut en ontvangt het zijn eerste subsidies van het Ministerie van Volksgezondheid. In 1968 wijdt prins Albert de nieuwe locatie aan de Joseph Stallaertstraat 1 in. De activiteiten nemen jaar na jaar aanzienlijk toe en in 1984 ontvangt het Centrum zijn 300.000ste oproep en zijn 500.000ste oproep 5 jaar later. In 2004 wordt de kaap van een miljoen oproepen gerond, in 2018 telden we al twee miljoen oproepen. In 1996 verhuisde het Antigifcentrum naar zijn huidige locatie in het Militair Hospitaal in Neder-Over-Heembeek.
Het Antigifcentrum heeft zijn relevantie altijd weten te behouden. Telefonisch advies verstrekken blijft de kerntaak en dit 7 dagen op 7, dag en nacht. Het team van artsen en apothekers kan hiervoor rekenen op een omvangrijke database, uniek in Europa. De opdrachten van het Centrum zijn doorheen de jaren aanzienlijk uitgebreid.
De geschiedenis van het Belgisch Antigifcentrum is er één die ooit moest geschreven worden. En dat is gebeurd, in het boek ‘Pillen en producten. De geschiedenis van het Antigifcentrum’. Het boek telt 192 bladzijden en is rijk geïllustreerd. Het kan besteld worden door overschrijving van 29 euro (verzendingskosten inbegrepen) op rekeningnummer BE72 5230 8031 0116 van het Belgisch Antigifcentrum, Bruynstraat 1 in 1120 Neder-Over-Heembeek, met vermelding ‘Pillen en producten’. Na betaling wordt het boek meteen opgestuurd. Meer informatie op tel. 02 264 96 36 of e-mail info@poisoncentre.be.