Waterpijp roken kan tot CO-vergiftiging leiden

 
 
Het roken van shisha (ook wel waterpijp, nargileh of hubblebubble genoemd) is in bepaalde culturen (Midden-Oosten, Azië en Afrika) een traditionele methode van tabaksgebruik, die al ruim 400 jaar bestaat. Maar, het gebruik ervan is vooral onder jongeren, als recreatieve activiteit, de laatste jaren fors toegenomen. Zo duiken shisha-bars ook almaar vaker op in het straatbeeld. De waterpijp bestaat uit een basis die met water is gevuld, vervolgens een kom, een verwarmingsapparaat dat de tabak bevat, een pijp die de kom met de basis verbindt en finaal een slang die aan de basis is bevestigd om de rook te kunnen inhaleren. Wanneer de roker inhaleert via de slang, gaat de rook van de tabak door het water en wordt die vervolgens geïnhaleerd. De samenstelling van de tabaksmengeling die wordt gebruikt is variabel. Eén sessie waterpijp roken komt doorgaans overéén met de hoeveelheid teer, koolstofmonoxide (CO) en nicotine van respectievelijk ongeveer 25, 11 en 2 sigaretten. Door de verbranding van de tabak met steenkool, wordt de shisha-roker aan een hogere concentratie koolstofmonoxide blootgesteld (tot 10x) vergeleken met het roken van een ‘gewone’ sigaret en loopt hij/zij een aanzienlijk risico op CO-intoxicatie. Het roken van de waterpijp wordt vaak als familieactiviteit aanzien binnen bepaalde culturen. Aangezien de waterpijp vaak binnenshuis wordt gebruikt, in onvoldoende geventileerde ruimten, verhoogt dit het risico op CO-intoxicatie aanzienlijk. De duur en de intensiteit van de hookah sessie bepalen de ernst van de intoxicatie en symptomen.
 
 
 
 

Symptomen

De eerste symptomen van een CO-intoxicatie zijn duizeligheid, misselijkheid, hoofdpijn, braken, benauwdheid, kortademigheid, verhoogd hartritme, eventueel gevolgd door verminderd bewustzijn en zelfs bewustzijnsverlies bij langdurigere blootstelling.

Bij symptomen, zeker met kinderen in dezelfde ruimte, dient het gebruik van de waterpijp te worden gestopt en is het van (levens)belang de ruimte meteen goed te verluchten en te verlaten. Contacteer tevens het Antigifcentrum of 112.

 
 
 
 

Behandeling

De behandeling bestaat uit het toedienen van hoge concentratie zuurstof, monitoring van de vitale parameters en observatie in het ziekenhuis. Afhankelijk van de ernst kan hyperbare zuurstoftherapie nodig zijn.

 
 
 
 

Toxiciteit

Via de ademhaling dringt koolstofmonoxide door tot in het bloed en verstoort het het transport van zuurstof via de rode bloedcellen. De organen krijgen daardoor onvoldoende zuurstof. De hersenen en het hart zijn het meest gevoelig voor dit gebrek aan zuurstof.

In geval van een vermoeden van CO-intoxicatie wordt de concentratie CO gebonden aan het hemoglobine (carboxyhemoglobine of HbCO) gemeten door middel van een bloedname.

De aanwezigheid van een kleine hoeveelheid CO in het bloed is volkomen normaal, aangezien bij de afbraak van het hemoglobine een beetje CO vrijkomt. Ook hebben rokers, en in het bijzonder pijp- en sigarenrokers, hogere carboxyhemoglobine waarden.

Ter informatie geven wij hieronder het gehalte aan carboxyhemoglobine dat als normaal wordt beschouwd.

Niet roker:

     HbCO 1-4%

Roker 1 pak/dag :

 HbCO 5%

Roker 2 à 3 pakken/dag:

      HbCO tot 9%

 

Een hoger carboxyhemoglobinegehalte (>9%) wijst op intoxicatie. Na het roken van een shisha of waterpijp kan het HbCO oplopen tot 30%.