Bastaardsatijnrups (Euproctis chrysorrhoea)

 
 
De bastaardsatijnvlinder is een nachtvlinder die in België en Nederland in de duinen van kustgebieden voorkomt. De brandharen van de rups veroorzaken een rode huiduitslag met hevige jeuk en kunnen dus beter niet worden aangeraakt.
 
 
 
 

Symptomen

Wie in aanraking is gekomen met de brandharen van de bastaardsatijnrups kan last ondervinden van rode huiduitslag met bultjes en blaasjes, gepaard met hevige jeuk. Meestal verdwijnen deze klachten na een week vanzelf.

Het is ook mogelijk dat de volgende symptomen optreden, maar deze klachten komen minder voor:

  • Irritatie van de ogen / conjunctivitis
  • Droge keel / heesheid
  • Ademhalingsstoornissen
 
 
 
 

Behandeling

Bij huidcontact:

  • Ontdoe je van alle kleren en behandel deze verder met handschoenen. Was de kleren (zo warm mogelijk) en laat ze drogen in de droogkast.
  • Wrijf niet over de huid, maar verwijder de losse brandharen met stromend lauw water, bv. door het nemen van een douche.
  • Strip eventueel de huid met plakband om vastzittende brandharen te verwijderen.
  • Bij hevige jeuk kunnen antihistaminica verlichting brengen. Raadpleeg een arts bij ernstige huiduitslag.

Bij oogcontact:

  • De ogen goed en langdurig uitspoelen met water. Indien irritatie blijft duren, is advies van een oogarts nodig. 
 
 
 
 

Toxiciteit

De rups heeft verschillende soorten haren.

De rups heeft verschillende soorten haren. Het zijn de netelharen - onzichtbaar voor het blote oog - die een reactie veroorzaken, en niet de ruwere geelbruine “borstelharen”, noch de witte geveerde haartjes die aan beide kanten van elk lichaamssegment voorkomen. De netelharen zijn aangepast voor huidpenetratie d.m.v. een speervormig profiel en weerhaken. Ze komen los van de rups bij de minste aanraking. Verdere verspreiding over de huid vindt plaats door krabben en wrijven.

Waarschijnlijk is de oorzaak van de huidirritatie een combinatie van een irriterende stof en een mechanische werking: penetratie door de brandharen veroorzaakt weefselschade en kan dus een ontstekingsreactie uitlokken.

 
 
 
 

Meer weten?

Deze vlinder van de familie Lymantriidae komt in België en Nederland vooral voor in de duinen van kustgebieden. De jonge rupsen nesten zich - d.m.v. een webachtig spinsel - in bomen (o.a. eik, beuk, iep) of heesters uit voornamelijk de rozenorde (o.a. duindoorn, braam, meidoorn), en voeden zich op de bladeren. In het voorjaar verlaten de rupsen hun nest en verspreiden zich dan over allerlei anderen planten, bomen en het strand. Ondertussen krijgen ze steeds meer brandharen (de netelharen), die met het blote oog niet te zien zijn. Met hun weerhaakjes dringen deze haren makkelijk in de huid, ogen en luchtwegen. De mens heeft het meest last van de haren eind mei en begin juni. Tijdens het verpoppen worden de haren van de laatste ruiperiode in de cocon verzameld. Het is dus mogelijk om nog in augustus - wanneer de vlinder tevoorschijn komt - met de brandharen in contact te komen, of zelfs tijdens andere perioden doordat haren in het nest of cocon achterblijven. In de praktijk zijn het vooral haren die door de wind passief worden verspreid die voor hinder zorgen.

De bastaardsatijnrups is te herkennen aan:

  • Donkerbruine tot zwarte kleur.
  • Bosjes lange geelbruine borstelharen.
  • Twee helderrode stippen op de rug.