In België gebeuren de meeste CO-intoxicaties in de badkamer. De badkamer is dikwijls een kleine ruimte die goed verwarmd en weinig verlucht wordt en waarvan de lucht vaak verzadigd is met waterdamp. De meeste ongevallen gebeuren met badgeisers op gas. Er bestaan badgeisers van het type B en het type C.
Deze badgeiser gebruikt de lucht in de badkamer voor de verbranding. De verbrandingsgassen worden afgevoerd langs een schoorsteen.
Nieuwe toestellen van het type B mogen niet geplaatst worden in een slaapkamer, badkamer, doucheruimte of een toilet.
Het vervangen van een toestel van het type B opgesteld in een slaapkamer, badkamer, doucheruimte of toilet door een toestel van hetzelfde type is verboden sinds 2015. Bestaande toestellen mogen in bedrijf blijven voor zover hun luchttoevoer en de afvoer van verbrandingskassen voldoet aan de gestelde eisen.
Opgepast: het gelijktijdig functioneren van een afvoerventilator of van een droogkast met afvoer naar buiten samen met een badgeiser kan de trek verstoren en zelfs terugslag van verbrandingsgassen in een lokaal teweegbrengen.
Dit is een toestel waarvan de kring van de verbrandingsproducten hermetisch gesloten is ten opzichte van de opstellingsruimte: de lucht nodig voor de verbranding wordt buiten gehaald en de verbrande gassen worden weer naar buiten afgevoerd. Het toestel functioneert dus volledig onafhankelijk van de lucht in de kamer. Er is geen opening ter hoogte van de waakvlam en is er geen enkel risico op CO-intoxicatie.
Er bestaan ook keukengeisers op gas, die niet aangesloten zijn op een schoorsteen. Deze toestellen mogen nooit gebruikt worden voor de verwarming van water voor een douche of bad. (Zie Keuken)