Een alcoholgehalte in het bloed dat door een volwassene goed verdragen wordt, kan bij een klein kind al leiden tot een verlaging van het suikergehalte in het bloed (hypoglycemie) en stuipen (convulsies).
Wanneer een klein kind alcohol gedronken heeft, geef je het kind iets gesuikerd te drinken (bvb. grenadine, limonade maar geen “light” drank).
Daarna neem je best zo snel mogelijk contact op met het Antigifcentrum (070 245 245).
U houdt de volgende gegevens klaar:
Leeftijd en gewicht van het kind
Hoeveelheid ingenomen drank
Alcoholgehalte van de betreffende drank
Met deze gegevens kan het Antigifcentrum inschatten of de ingenomen hoeveelheid een vergiftiging kan veroorzaken. Als die kans bestaat, moet het kind opgenomen worden in het ziekenhuis.
Als de kans op vergiftiging zeer klein is, mag het kind thuis blijven. Je moet het wel gedurende twee uur zorgvuldig observeren en niet in bed leggen. Treden er toch tekens van dronkenschap op zoals onrust, slaperigheid of evenwichtsstoornissen, dan moet het kind naar het ziekenhuis voor enkele uren observatie.
Treden er de eerste twee uur na het drinken geen symptomen op, dan kan je op beide oren slapen.
Ethanol (ethylalcohol) wordt gebruikt als oplosmiddel, ontsmettingsmiddel of brandstof ("bio-ethanol"). Daarnaast komt het voor als roesmiddel in alcoholische dranken. In het dagelijkse spraakgebruik wordt ethanol gewoon alcohol genoemd.
Alcohol komt via de slokdarm, de maag en de dunne darm in de bloedbaan terecht. Het bereikt verschillende delen van het lichaam, zoals ook de hersenen waardoor een “zwevend” gevoel ontstaat.