Aardgas is een fossiele brandstof, het ontstond 600 miljoen jaar geleden uit resten van planten en dieren. Aardgas wordt in twee grote categorieën ingedeeld naargelang de hoeveelheid zuiver methaan, die de energetische waarde bepaalt:
Laag calorisch gas bevat rond de 82 % methaan en is voornamelijk afkomstig van Groningse Slochteren in Nederland
Hoog calorisch gas bevat meer methaan (tot 98 %) en is afkomstig uit de Noordzee, Qatar of Rusland.
In België bestaan afzonderlijke distributienetten voor aardgas. Dat is historisch gegroeid. Afhankelijk van de regio, verdelen die netten laag- of hoogcalorisch aardgas. Alle aardgastoestellen zijn in principe goedgekeurd voor beide types als ze voldoen aan de norm NBN51-003. Dan zijn ze geschikt voor het gedistribueerde gas en de overeenstemmende gasdruk. Ze dragen dan een kenplaatje dat als land van bestemming België (BE) vermeldt alsook het CE-keurmerk.
Voor meer info over de omschakeling van laag naar hoog calorisch gas, zie deze link.
Stadsgas is een gas dat verkregen wordt door distillatie van steenkool of het kraken van ruwe olie. Dit gas wordt bij ons niet meer gebruikt.
Methaangas kan ook verkregen worden door de vergisting van organisch materiaal in anaerobe (zonder zuurstof) omstandigheden. In de natuur kan dit spontaan gebeuren onder de oppervlakte van moerassen. Een industriële vorm van dit proces is bio-vergisting. In een vergistingsinstallatie worden organische afvalstoffen zoals mest, rioolslib of huisvuil door micro-organismen in anaerobe omstandigheden afgebroken, waardoor onder andere methaan ontstaat.
Liquefied petroleum gas, LPG, bestaat hoofdzakelijk uit butaan en propaan en is afkomstig van de raffinage van ruwe olie. Het wordt onder druk bewaard in flessen of reservoirs en wordt niet via leidingen verdeeld. Butaan verdampt bij temperaturen hoger dan 0° C en propaan bij temperaturen hoger dan -15° C. Dit verklaart waarom een butaanfles in de winter binnen moet staan, nabij het kookfornuis, terwijl propaanflessen of tanks buiten mogen staan. Deze gassen zijn zwaarder dan lucht. De installaties moeten voldoen aan de norm NBN D51-006.
Autogas is een mengel van butaan en propaan. De verhouding van beide gassen in het mengsel is afhankelijk van de buitentemperatuur. Bij lager temperaturen wordt meer propaan gebruikt, omdat butaan bij lagere temperaturen onvoldoende verdampt.