Hout is samengesteld uit organisch materiaal (koolstof, zuurstof, waterstof, stikstof) of uit as (kalk, magnesia, kalium, silicium, fosforzuur), wat een uitstekende meststof oplevert en uit water.
Idealiter moet brandhout onmiddellijk na het klieven bewaard worden op een droge en goed verluchte plaats. De droogtijd bedraagt minstens 15 maanden en kan tot 3 jaar oplopen. Goed om weten is dat gekliefd hout sneller droogt dan ronde blokken. Voor een goede verbranding, is het belangrijk droog hout te gebruiken. Vochtig hout heeft een kleiner calorisch vermogen, zodat de verbrandingstemperatuur van 1.800 tot 1.200 of zelfs tot 1000 °C vermindert, wat ook het rendement verlaagt. Het vochtige hout vat moeilijk vuur, brandt moeilijk en produceert veel rook. Er wordt meer afzetting gevormd op de afvoerkanalen. De teervorming is te wijten aan de condensatie van rook in de afvoerpijp, gevolgd door de afzetting van roet op de wanden. Dit roet oxideert en vormt bruinachtige vlekken, dit noemt men bister of roetbruin.
Houtpellets worden vaak aanbevolen om ecologische redenen, omdat zij beschouwd worden als een CO2-neutrale brandstof: bij de verbranding komt slechts die hoeveelheid CO2 vrij die de bomen tijdens kun levenscyclus hebben opgenomen. Hierdoor wordt geen extra CO2 aan de atmosfeer toegevoegd (behalve de CO2 die nodig was voor de ontginning, het vervoer en de productie). Houtpellets worden vervaardigd uit samengeperst houtafval.
De kwaliteit van houtpellets neemt af met een toename van het vochtgehalte (lager rendement) en de aanwezigheid van verontreiniging zoals metalen, oplosmiddelen, gasoliederivaten, lijmen en diverse oncontroleerbare additieven. Ook korrels in slechte staat verminderen de kwaliteit. In België bestaat nog geen norm voor houtpellets. Men kan afgaan op de Duitse norm DINplus:
Grondstof : hout
Energiewaarde : >18 MJ/kg
Asgehalte : < 0,5 %
Vochtgehalte : < 10 %
Houtpellets vormen een aparte categorie van brandstoffen, omdat zij CO kunnen vrijgeven zonder dat er verbranding plaats vindt. Door de enzymen in het hout worden oxidatieve processen in gang gezet, die CO produceren, wanneer het zuurstofgehalte in de opslagruimte afneemt. Het is gevaarlijk om een opslagruimte van houtpellets binnen te gaan zonder voorafgaande ventilatie.
Kolen zijn een fossiele brandstof van organische oorsprong en zijn verkrijgbaar in verschillende kwaliteiten. De kwaliteit wordt vooral bepaald door het koolstofgehalte, dat de calorische waarde (hoeveelheid verbrandingsenergie per kilo) bepaalt. De as van kolen bestaat uit onbrandbaar organisch materiaal. Hoe hoger het koolstofgehalte, hoe lager de productie van as en de frequentie waarop de aslade moet leeg gemaakt worden.
De gemiddelde samenstelling van kolen is de volgende:
Koolstof: 85 tot 95 % |
Waterstof: 2 tot 6 % |
Zuurstof: 2,5 tot 6,5 % |
Stikstof (N): 0,5 tot 1,50 % |
Zwavel: 0,5 tot 3 % |
Vocht: 3 tot 6 % |
As: 2 tot 10 % |
Het is belangrijk om het zwavelgehalte van de kolensoort te kennen, omdat enerzijds zwaveldioxide in de aanwezigheid van waterdamp omgezet wordt tot zwavelzuur dat corrosieve eigenschappen heeft en de verbindingsstukken van de schouw kan aantasten en anderzijds omwille van de schadelijke effecten op mensen door de irriterende eigenschappen van zwavel-oxides.
Bruinkool bevat 70 % koolstof en heeft de laagste kwaliteit. Bruinkool heeft ook een hoog zwavelgehalte, waardoor bij de verbranding zwaveldioxide vrijkomt. Door contact met waterdamp wordt zwavelzuur gevormd en dit veroorzaakt zure regen. Bruinkool is niet geschikt voor thuisverbranding, omdat er geen filterinstallatie aanwezig is om zwaveldioxide te neutraliseren.
Klassieke steenkool bevat meer koolstof (ongeveer 80 %) en heeft een lager zwavelgehalte.
Antraciet is de hardste soort steenkool, met het hoogste koolstofgehalte (van 90 tot 94 %) en dus de beste kwaliteit. Bovendien heeft antraciet een laag zwavelgehalte (doorgaans minder dan 1 %).
Er bestaan ook “gereconstitueerde” kolen: agglomeraten van steenkool, bruinkool en petroleumcokes (een distillatieproduct van ruwe olie).
Kolenkachels en kolenketels zijn elk ontworpen voor een specifieke soort steenkool. Gebruik alleen die steenkool die door de fabrikant wordt aangeraden voor het betreffende apparaat.