Als men een kolenkachel koopt, kiest men best een toestel met dubbele wand en met automatische regeling van de luchttoevoer. De kachel moet voldoen aan de eisen van rendement en uitstoot zoals vastgelegd in het Koninklijk Besluit van 12/10/2010 tot regeling van de minimale eisen van rendement en emissieniveaus van verontreinigende stoffen voor verwarmingsapparaten voor vaste brandstoffen. Als je een nieuwe kachel koopt op de Belgische markt voldoet het toestel in principe aan deze eisen.
Het vermogen moet berekend worden in functie van verschillende parameters, zoals het volume van de kamer, de gemiddelde buitentemperatuur, de ligging van het lokaal ten opzichte van het noorden, de oppervlakte van de vensters en de isolatie van de muren. Een vakman of architect kan u hierbij helpen. Wanneer een kolenkachel met een te groot vermogen wordt geïnstalleerd, zal die steeds op lager moeten gezet worden door het verminderen van de luchttoevoer. Hierdoor wordt meer CO geproduceerd.
Het is belangrijk informatie te vragen over het type en de grootte van de kolen die het meest geschikt zijn voor het aangekochte toestel.
De kachel moet zo dicht mogelijk bij de schoorsteen geplaatst worden. Als dat niet mogelijk is moet men een buis naar de schoorsteen voorzien, die minstens 5 cm stijgt per meter en die zo min mogelijk hoeken maakt. De diameter van die buis moet aangepast zijn aan de diameter van de kachelpijp.
De aansluiting moet luchtdicht zijn. Hiervoor moet de aansluiting op de schouw voorzien zijn van een luchtdichte rozet en een centreerhuls.
Als de buis horizontaal in de schouw komt, moet hij schuin afgesneden worden en moet de schuine kant naar onder gekeerd in de schouw gebracht worden.
Ten slotte moet men om elk brandgevaar te vermijden de kolenkachel plaatsen op afstand van brandbaar materiaal en op een vuurbestendige sokkel tenzij deze is ingebouwd in de kachel of de kachel op poten staat.
Zorg voor voldoende luchttoevoer. Een kolenkachel met een gemiddeld vermogen van 5.000 kcal/uur heeft per uur 9.000 m³ lucht nodig om correct te kunnen werken. Er moeten dus bijna altijd ventilatieroosters voorzien worden.
Gebruik bij voorkeur kolen met een laag as- en zwavelgehalte (antraciet) en met het kaliber aanbevolen door de fabrikant.
Opgelet! Vooraleer de kachel te vullen, moet je de magazijnplaat plaatsen die overeenkomt met het kaliber van de kolen.
Bij het aansteken van de kachel moet de luchttoevoer helemaal open staan. Kijk ook na of de schoorsteen voorzien is van een afsluitklep. Deze moet geopend worden.
Om de kachel aan te steken, gebruikt men bij voorkeur papier en klein hout. Wanneer de schoorsteen lange tijd niet gebruikt werd of als er vochtproblemen zijn in het rookkanaal, kan men beter hout branden om de schoorsteen op te warmen en de trek te bevorderen en pas kolen opleggen wanneer de schoorsteen goed trekt.
Bij het aansteken moet men eerst een aantal kolen tot gloeien brengen totdat er een reserve van 1 tot 3 kg ontstaat alvorens de kachel verder te vullen. Nadien kan men de kachel vullen in functie van de gewenste warmte en duur.
Er bestaan twee verbrandingswijzen voor kolen: verbranding door de massa (de verbranding grijpt plaats door heel de massa van de brandstof in het toestel) en verbranding in dunne lagen die alleen plaatsvindt in een deel van de brandstof. Alleen oudere kachels werken volgens het eerste principe. Nieuwere toestellen hebben steeds een verbranding in dunne lagen.
Om een beter rendement te krijgen bij kachels die door de massa branden is het aangeraden het toestel niet volledig te vullen. Bij kachels die branden in dunne lagen is het beter het toestel volledig te vullen, zodra men voldoende gloeiende kolen heeft.
Zodra de steenkool normaal brandt, kan je de luchttoevoer regelen in functie van de warmte die je wil.
Normaal gezien staat op het identificatieplaatje van de kachel te lezen hoelang een normaal gevulde kachel brandt en met welk type kolen. Spijtig genoeg wordt dit plaatje er soms afgehaald of is het onleesbaar geworden na gebruik van het toestel.
Men moet regelmatig de as verwijderen. Indien de as tot aan het rooster komt, wordt dit onderaan niet meer geventileerd en zal de verbranding onvolledig gebeuren met een groter risico op de vorming van CO. Het verwijderen van de as gebeurt door het schudden van het rooster. Sommige toestellen zijn voorzien van opklapbare roosters of deurtjes zodat de grootste stukken as en sintels verwijderd kunnen worden zonder te wachten tot het vuur uit is. Na het verwijderen van de as en het vullen van de kachel, moeten de deuren en deksels zorgvuldig gesloten worden. Anders zou de verbranding te snel kunnen gaan en de kachel beschadigen.
Op het einde van de winter moet de kachel zorgvuldig schoongemaakt worden. Men moet alle as die zich bevindt in de kachel of de buizen verwijderen, de bodem van de kachel reinigen en het roet dat zich op de wanden bevindt, afvegen. Men moet ook de luchtdichtheid van de verbindingen controleren.
Minstens één keer per jaar moet je de rookkanalen en de aansluiting op de schoorsteen laten reinigen. Dit gebeurt bij voorkeur door een erkende vakman met een schoorsteenragebol.