Deze bestaan uit een zwarte tekening in een oranje vierkant en geven een indicatie van het gevaar. De gevarensymbolen worden vergezeld door een gevaarsaanduiding, een woord en/of letter die aanduidt waaruit het gevaar bestaat.
OPGELET!
1. Niet alle gevaren zijn aangeduid met een gevarensymbool. De wet verplicht alleen de aanduiding van het belangrijkste symbool. Bij de gevaarsaanduiding T, zijn X of C niet verplicht. Bij gevaarsaanduiding C is X niet verplicht.
2. Het ontbreken van een gevarenpictogram betekent niet dat een preparaat ongevaarlijk is. Er bestaat niet voor elk gevaar een pictogram. Zo bestaat er bij voorbeeld geen pictogram voor stoffen die allergie veroorzaken, kankerverwekkende stoffen, stoffen die schadelijk zijn voor de voortplanting...
Er zijn drie categorieën gevarensymbolen:
Sint Andrieskruis | Xn: schadelijk Kan bij inademing, bij inslikken of via de huid gevaar voor de gezondheid opleveren Voorbeeld: trichloorethyleen | Xi: irriterend Kan ontstekingen van de huid, de slijmvliezen of de ogen veroorzaken bij direct, langdurig of herhaald contact Voorbeeld: bleekwater |
| T+: zeer giftig Kan bij inademing, inslikken of opname door de huid, reeds bij zeer kleine hoeveelheden gevaar voor de gezondheid opleveren of zelfs de dood veroorzaken Voorbeeld: parathion | T: giftig Kan bij inademing, inslikken of opname door de huid, reeds bij kleine hoeveelheden gevaar voor de gezondheid opleveren of zelfs de dood veroorzaken Voorbeeld: methanol |
proefbuisje, druppels oppervlak en hand | C: corrosief, bijtend Kan ernstige brandwonden van huid of slijmvliezen veroorzaken Voorbeeld: natriumhydroxide (caustische soda) |
2. Gevaar voor de veiligheid
Vlam boven cirkel | O: oxiderend Deze stoffen kunnen, doordat ze veel zuurstof bevatten, de verbranding van andere stoffen in hoge mate bevorderen Voorbeeld: bleekwatertabletten. | |
| F+: zeer licht ontvlambaar Deze stoffen kunnen zeer makkelijk door een ontstekingsbron (vlam, vonk) tot ontbranding gebracht worden zelfs bij temperaturen onder 0°C Voorbeeld: ether | F: licht ontvlambaar Deze stoffen ontbranden makkelijk in aanwezigheid van een vlam, warmtebron (heet oppervlak) of een vonk Voorbeeld: aceton |
ontploffende bom | E: ontplofbaar Een ontploffing is een zeer snelle verbranding die kan uitgelokt worden door verhitting,vonken, wrijving, schok of reactie met andere stoffen Voorbeeld: ammoniumnitraat |
Dode boom en vis | N: milieugevaarlijk Deze stoffen kunnen in het milieu onmiddellijk of na verloop van tijd gevaar voor één of meer milieucompartimenten opleveren. Hierbij horen ook de stoffen die de ozonlaag aantasten Voorbeeld: kwik, tetrachloorkoolstof |