In meststoffen kunnen zich verschillende stoffen bevinden die erg giftig kunnen zijn voor mens en dier.

Het Antigifcentrum kreeg dit jaar al 82 oproepen voor blootstellingen aan meststoffen. Vooral honden dreigen vergiftigd te worden. In meststoffen kunnen zich verschillende stoffen bevinden die erg giftig kunnen zijn voor mens en dier. Voor honden zijn vooral bodembedekkers en meststoffen met cacaodoppen erg giftig, net als meststoffen die verrijkt zijn met ricinuspulp. Ook plantenvoeding in de vorm van NPK-korrels (stikstof-fosfor-kalium) is niet zonder risico’s voor mens en dier. “Hou daarom kinderen en honden best uit de buurt als je aan de slag gaat met meststoffen, en dit liefst tot het product is doorgedrongen in de grond”, waarschuwt prof. Dominique Vandijck, adjunct algemeen directeur van het Antigifcentrum.

In het eerste coronajaar (2020) noteerde het Antigifcentrum voor het eerst een aanzienlijke stijging met maar liefst een derde van het aantal oproepen voor blootstellingen aan meststoffen: van 259 (2019) naar 354 oproepen (2020). Thuiswerkers besteedden meer tijd in de tuin en door de lockdown namen veel mensen een huisdier. In 2021 kreeg het Antigifcentrum eenzelfde (348) hoog aantal oproepen en in de eerste drie maanden van 2022 waren er dat al 82. Er werden respectievelijk 154 (2020) en 119 (2021) mensen blootgesteld aan meststoffen, én 25 in de eerste drie maanden van 2022. En dit terwijl dé piekperiode in het gebruik van meststoffen nog moet komen.

De grootste slachtoffers zijn echter honden, met 191 oproepen in 2020, 206 in 2021 en al 51 in de periode januari-maart van dit jaar. Prof. dr. Vandijck: “Aangezien in meststoffen beendermeel wordt verwerkt, dat ook in diervoeder zoals hondenbrokken aanwezig is, maakt ze erg aanlokkelijk voor honden”.

Naargelang de samenstelling zijn meststoffen niet onschuldig voor mens en dier. “NPK-meststoffen kunnen via het vrijkomen van onder meer nitraten en nitrieten zorgen voor zuurstofgebrek, dat aanleiding is voor een snelle ademhaling en blauwe verkleuring van huid, lippen en slijmvliezen. Het kalium in de meststoffen kan dan weer hartritmestoornissen uitlokken”, legt prof. Vandijck uit. Er bestaat een antidoot voor de nitraten en nitrieten, maar niet voor het kalium. De behandeling op basis van een bloedanalyse bestaat uit het bestrijden van de symptomen, observatie en eventuele monitoring.

Bodembedekkers en meststoffen met cacaodoppen zijn heel erg giftig voor honden, door de aanwezigheid van theobromine. Het is dat product dat ook chocolade giftig maakt voor honden. Ook hier is de behandeling symptomatisch, eventueel met het toedienen van actieve kool. Er werden al overlijdens bij honden genoteerd!

Ricine is één van de sterkste gifstoffen die er bestaat. Vergiftiging door ricinuspulp in meststoffen treft bijna uitsluitend honden. Het opeten, én kapotbijten, van slechts één ricinusboon kan een hond doden. Ook hier bestaat geen antidotum en kan in een vroeg stadium actieve kool worden toegediend.

“Als je kind of huisdier meststoffen heeft opgegeten, bel je meteen het Antigifcentrum op tel. 070 245 245 (24/7, gratis oproep). Hou de verpakking van de meststof bij de hand! Zo weten onze artsen en apothekers meteen met welke samenstelling het slachtoffer te maken had”, besluit Dominique Vandijck.