Condensatie

Bij de verbranding van stookolie, gas, kolen of hout komt altijd waterdamp vrij. De hoeveelheid waterdamp, die in de lucht kan vastgehouden worden onder atmosferische druk, neemt af naarmate de temperatuur daalt. Bij het opstijgen door het rookkanaal koelen de rookgassen af: de overtollige waterdamp gaat van gasvorm naar vloeibare vorm over: condensatie.

Condensatie veroorzaakt vochtproblemen in de muren en verlaagt de temperatuur in het rookkanaal. Hierdoor koelen de rookgassen nog sneller af en vermindert de trek.

Condensatie veroorzaakt vochtproblemen in de muren en verlaagt de temperatuur in het rookkanaal.Omdat vooral kolen en mazout zwavel bevatten, komt er in de rookgassen zwaveldioxide vrij. Bij condensatie van de waterdamp in de rookgassen wordt zwaveloxide omgezet in zwavelzuur. Dit werkt corrosie in de hand waardoor de voegen van de schoorsteen of het metaal van de buis kunnen aangetast worden.

Om condensatie te vermijden, is het belangrijk dat de rookgassen in het rookafvoerkanaal zo traag mogelijk afkoelen. Hiervoor is een aangepaste doorsnede en een goede isolatie nodig, vooral als het rookkanaal langs een buitenmuur loopt of door kamers die niet verwarmd worden. 

Bij toestellen met een hoog rendement hebben de rookgassen al een lage temperatuur, wanneer zij het toestel verlaten. De schoorsteen moet hieraan aangepast zijn. Het zal vaak noodzakelijk zijn om de schoorsteen te tuberen, wanneer men overgaat op een toestel met hoog rendement.