Ethyleenglycol/methanol

Deze tekst is bedoeld voor professionelen. Het is mogelijk dat je niet alle gebruikte termen begrijpt.

 

Methanol en ethyleenglycol worden omgezet tot toxische metabolieten door het alcoholdehydrogenase. Ethanol en fomepizole (4-methylpyrazole) zijn 2 specifieke antagonisten van het alcoholdehydrogenase en kunnen aangewend worden bij acute intoxicatie. Fomepizole is veel gemakkelijker in het gebruik dan een ethanoltherapie: toediening om de 12 h, geen dosages nodig van fomepizolespiegel, mineure nevenwerkingen, vermindert de duur van de hemodialyse/maakt ze onnodig.

1. Fomepizole

Volwassenen:

  • Aanvangsdosis van 15 mg/kg wordt gevolgd door 4 onderhoudsdosissen aan 10 mg/kg om de 12 uur.

  • De volgende dosissen aan 15 mg/kg (autoinductie zorgt voor een versnelde metabolisatie van fomepizole).

  • Men dient fomepizole toe tot de ethyleenglycol/methanol bloedwaarde daalt tot < 20 mg/100ml bij een asymptomatische patiënt met een normale pH waarde.

  • Elke dosis moet traag IV worden toegediend in 250 ml fysiologisch serum of glucose 5 % over 30 min.

  • Dosis aanpassing bij hemodialyse. Startdosis van 20 mg/kg over 30 - 45 minuten en daarna een continu infuus van 1 - 1.5 mg/kg/uur voor de duur van de dialyse.

Kinderen:

Geen gegevens bekend. De literatuur vermeldt case reports waar kinderen dezelfde posologie als volwassenen kregen met een gunstig klinisch effect.

De beschikbaarheid van dit antidoot is beperkt en de kostprijs is hoog.

Behandelingsprotocol op basis van fomepizole en ethanoltherapie kan bekomen worden in het Antigifcentrum.

Waar kan je het antidotum bestellen?

Fomepizole amp. 5mg/ml (doos 5 amp. 20 ml) is opnieuw beschikbaar. Het Antigifcentrum heeft dozen in stock. Bestellen kan via:

  • SERB SA, Louizalaan 480, 1050 Brussel, tel. 02 792 05 00, e-mail: adv@serb.eu, website http://www.serb.eu
  • In geval van nood is dit antidotum ook te bekomen bij het Antigifcentrum, tel. 070 245 245. 

2. Ethanoltherapie

Het doel van de behandeling is om de ethanolemie tussen 100 en 150 mg/100 ml te houden. De bloedspiegel van ethanol moet om het uur gecontroleerd worden en de perfusiesnelheid zal zo nodig aangepast worden.

Posologie

  • Startdosis: 0,6 – 0,8 g ethanol/kg
  • Onderhoudsdosis : 110-130 mg/kg/uur
  • Onderhoudsdosis tijdens hemodialyse : 250-350 mg/kg/uur NB: 1 ml ethanol 100 % = 0,8 g ethanol

Inspuitbare amp. van 10ml ethanol 94° zijn verkrijgbaar in de handel.

In de meeste gevallen zal de toediening I.V. gebeuren.

Bij voorkeur wordt een 10 % ethanol oplossing in glucose 5 % intraveneus aangewend, dit om lokale irritatie en flebitis te voorkomen.

Praktisch

Bereiding perfusieoplossing:

  • Men maakt een perfusieoplossing van 10 % ethanol (v/v) in glucose 5 %. Hiertoe verwijdert men 100 ml uit een baxter van 1 liter glucose 5% en daarna voegt men 10 amp van 10 ml ethanol 94° toe.

Perfusiesnelheid:

  • Startdosis: 10 ml/kg toedienen over 30 tot 60 minuten( = 0.8 g ethanol/kg)
  • Onderhoudsdosis: 1.5 ml /kg/uur (= 120 mg/kg/uur)
  • Onderhoudsdosis tijdens hemodialyse:
    • De perfusiesnelheid wordt 2 tot 3 keer hoger : 3 tot 4,5 ml/kg/uur (= 240-360 mg/kg/uur).
    • Indien nodig kan de perfusiesnelheid verhoogd / verlaagd worden om de ethanolemie tussen 100 en 150 mg/100 ml te houden. De bloedspiegel van ethanol moet om het uur gecontroleerd worden en de perfusiesnelheid zal zo nodig aangepast worden.

Duur van de behandeling: 

  • Bij een methanolintoxicatie: de ethanoltherapie voortzetten tot de bloedspiegel van methanol < 20 mg/100 ml is en de arteriële pH normaal is. De patiënt moet ook zonder symptomen zijn.
  • Bij een ethyleenglycol intoxicatie: de ethanoltherapie voortzetten tot ethyleenglycol niet meer detecteerbaar is in het bloed of tot de bloedspiegel van ethyleenglycol < 20 mg/100 ml is met een normale arteriële pH en een patiënt zonder symptomen.

Opmerkingen

In uitzonderlijke gevallen is het ook mogelijk om ethanol per os toe te dienen.

De dosissen zijn identiek aan deze voor intraveneuze toediening. Ethanol wordt verdund toegediend in fruitsap aan een concentratie van 20%.

Indien de patiënt gelijktijdig alcohol (wijn, bier…) heeft ingenomen samen met de methanol/ethyleenglycol, moet men in principe eerst een alcoholdosage uitvoeren. De onderhoudsbehandeling wordt pas gestart als de ethanolemie lager is dan 150 mg/100 ml.

Een alcoholicus zal waarschijnlijk een hogere onderhoudsdosis ethanol nodig hebben om een steady state te behouden dit door een versnelde metabolisatie van ethanol. 

Referenties

  • Beatty, Lorri, Green, Robert, Magee, Kirk, Zed, Peter, A systematic review of ethanol and fomepizole use in toxic alcohol ingestions. Emergency medicine international 2013/02/01;2013:638057. PMID 23431453.

  • Jacobsen D., McMartin K.E., Antidotes for methanol and ethylene glycol poisoning. Journal Of Toxicology. Clinical Toxicology 1997/02/01;35(2):127-43. PMID 9120880.

  • Brent, Jeffrey, Fomepizole for ethylene glycol and methanol poisoning. New England Journal Of Medicine 2009/05/21;360(21):2216-23. PMID 19458366.

  • Nelson, Lewis S., Hoffman, Robert S., Lewin, Neal A., Goldfrank, Lewis R., Howland, Mary Ann, Flomenbaum, Neal E., Goldfrank's Toxicologic Emergencies. 2011/../..;(9).

  • MICROMEDEX(R), Healthcare Series Vol. 159, Truven Health Analytics Inc.